Ze zijn heel erg klein, maar hebben vaak een grote uitwerking op onze paarden: levende gisten. In voer worden deze kleine hulpjes gedeclareerd als „Saccharomyces cervisiae“ – de enige in Nederland voor paarden toegelaten levende gisten. De hoeveelheid wordt met KVE (kolonievormende eenheden) aangegeven. De EU heeft een minimum hoeveelheid vastgesteld om er zeker van te zijn dat de toegevoegde gisten ook daadwerkelijk hun positieve werking kunnen hebben. In tegenstelling tot biergist behoren levende gisten tot de probiotica, omdat ze niet uit geïnactiveerde maar juist uit actieve micro-organismen bestaan. Probiotische micro-organismen kunnen bijvoorbeeld bacteriële toxinen binden of aanhechting van pathogenen aan de darmwand voorkomen of het uitscheiden ervan bevorderen. Levende gisten worden daarom altijd ingezet als de darmen uit balans zouden kunnen raken of al zijn. Dus wanneer er water bij de mest zit (Kotwasser), vaak terugkerende koliek, stress, wormkuren enz. Let er alleen wel op dat je geen bakkersgist voert, want dat gaat gasvormen! Dat zorgt dan wel voor de gewenste luchtigheid in brood, maar kan in de paardendarm leiden tot koliek, gasophoping en een opgeblazen gevoel.