Weet jij of en hoeveel suikerbehoefte jouw paard heeft? Geef je hem niet te veel of te weinig? Wij hebben 10 weetjes voor je verzameld om je kennis op te frissen!

Suiker is slecht voor je paard

Om deze fabel te ontkrachten, moeten we eerst even uitleggen wat suiker is.

Suikers zijn korte keten van koolhydraten. Zetmeel is bijvoorbeeld ook een koolhydraat. Koolhydraten zijn voor paarden de grootste en natuurlijke bron van energie. Energie die spieren nodig hebben om goed te kunnen werken. Zonder suiker, geen prestaties. Suikers zijn daarom niet gevaarlijk voor paarden. Het is juist heel logisch en natuurlijk dat er koolhydraten zitten in het rantsoen van je paard. Maar een overschot aan suikers kan voor gezondheidsproblemen zorgen.

De voeding van het paard is onder te verdelen in vijf categorieën: vezels, eiwitten, vetten en olie, koolhydraten en vitaminen en mineralen. Al deze onderdelen heeft het paard nodig om het lichaam gezond te houden en arbeid te kunnen leveren. Uiteraard is balans hierbij het sleutelwoord. Hier komen we in een ander weetje nog uitvoeriger op terug!

 

In veel paardenvoer zit suiker in de vorm van melasse

Melasse is een restproduct van de suikerwinning. Deze vloeistof blijft over uit het kooksel van suikerriet/suikerbiet, nadat het gekristalliseerde suiker verwijderd is. Pure melasse kan heel dik en stroperig zijn en wordt daarom vaak vermengd met een plantaardige olie. Veelal wordt melasse verder verwerkt in de voedingsindustrie, bijvoorbeeld voor de productie van koek, veevoer, roggebrood, donker bier, rum en sojasaus.

Melasse is vaak het belangrijkste vloeibare voedermiddel in veevoederfabrieken. Melasse wordt niet toegevoegd in verband met zijn voedingswaarde, maar hoofdzakelijk als smaakversterker en bindmiddel. Redenen om melasse aan paardenvoer toe te voegen:

–    Smaak bevorderen voor betere opname

–    Binden van stof: stofreductie

–    Vochtigheid verbeteren

–    Eenvoudig mengen van voedermiddelen

–    Bindmiddel voor het persen van brok

Marstall biedt diverse voeders zonder melase: Mash, Bergwiesen-Mash, Force, Stall– en Weideriegel, Sensation Free, Faser-Light, Vito, Naturell, Sensation-Pro, Cornmüsli, Senior Aktiv, Gastro muesli en alle enkelvoudige granen van Marstall.

 

Een paard haalt alle benodigde suikers uit het ruwvoer

Dit feit klopt gedeeltelijk, het grootste gedeelte van het rantsoen van je paard bestaat uit ruwvoer. Ook in ruwvoer zitten suikers en zetmeel, feitelijk krijgen paarden hun basisbehoefte suikers al volledig binnen via het ruwvoer.

Voor veel paarden zijn extra suikers dus ook niet niet nodig bij een normale inspanning. Maar als een paard sportprestaties moet leveren kan aanvulling via krachtvoer nodig zijn. Voor topsportprestaties is aanvulling via krachtvoer zelfs essentieel.

 

Mijn paard graanvrij voeren is altijd beter

Wel of niet graanvrij voeren is een keuze die je zelf maakt en die moet passen bij je paard. We hebben hier eerder ook een blog over geschreven.

Nog niet eens zo lang geleden werden paarden gehouden om te werken op het land, om mensen te vervoeren en als lastdier. Dat werk kostte veel tijd en energie. Er moest dus veel gegeten worden om die energie aan te vullen, maar daar was maar weinig tijd voor. Er was een meer geconcentreerde energiebron nodig. Granen voldeden aan die eis.

Voor oudere paarden kan het wel goed zijn om graan te eten, hun spijsverteringssysteem neemt namelijk minder voedingsstoffen op uit het voer, dus om voldoende energie te behouden is het nodig om graan (en dus koolhydraten/suikers) aan te bieden naast het ruwvoer. Wanneer ze echter last hebben van zetmeelgerelateerde stofwisselingsproblemen, is graanvrij voeren beter.

 

Extra energie kan alleen uit suiker worden gehaald

Hoe kun je suikerarm voeren en toch zorgen dat het paard voldoende energie heeft? Dit kan nodig zijn bij bijvoorbeeld sportpaarden. In deze gevallen is het mogelijk om het rantsoen te verrijken met hoogwaardige olie. Paarden hebben weliswaar geen galblaas, maar kunnen door galsappen in het spijsverteringssysteem, olie tot op zekere hoogte zeer goed verteren. Hoogwaardige plantaardige olie – zoals lijnzaadolie –  bevat omega-3-vetzuren. Dit vetzuur levert veel energie en werkt ontstekingsremmend. Een voldoende energierijk rantsoen is daarnaast ook belangrijk voor spieropbouw.

Natuurlijke snacks zijn altijd gezond

Niet alle natuurlijke snacks zijn even gezond, ook hierbij geldt dat je van sommige producten niet teveel mag voeren. Bijvoorbeeld fruit, af en toe een stuk kan geen kwaad, maar geef je paard geen fruitmand per dag. Fruit bevat namelijk relatief veel suikers en teveel fruit werkt verstorend op de darmflora van je paard.

Bloemen en kruiden kunnen ook een lekkere snack zijn, en bevatten vaak ook nog eens geneeskrachtige eigenschappen en ze zitten boordevol vitamines.

We hebben 10 snacks op een rij gezet die jouw paard heerlijk vindt!

    1. Wilg: Takken van de wilgenboom worden door paarden erg lekker gevonden. Wilgentakken kunnen in de wei gegeven worden maar bijvoorbeeld ook goed in de paddock of stal om verveling tegen te gaan. Daarnaast werkt wilg als een natuurlijke pijnstiller.

    2. Duizendblad: Duizendblad zuivert het bloed en helpt bij de spijsvertering. Daarnaast biedt het goede ondersteuning bij darm- en maagklachten.

    1. Madeliefje: Dit bloemetje is smakelijk en bevat veel calcium en magnesium. Het eten van madeliefjes kan helpen bij artrose.

    1. Smalle weegbree: Deze plant kom je in veel bermen tegen. De smalle weegbree bevat veel ijzer, koper, kalium, calcium en silicium. Dit kruid helpt bij infecties aan de luchtwegen en bevat een natuurlijke antibiotica.

    1. Brandnetel: Brandnetels hebben een uitgebalanceerde minerale samenstelling waardoor ze een gunstige invloed hebben op de algemene gezondheid. Laat de brandnetels drogen om ze smakelijk te maken.

    1. Rozenbottel: Een heerlijk tussendoortje en boordevol vitamine C en B3. Een goede vervanger voor bijvoorbeeld paardensnoepjes.

    1. Paardenbloem: De paardenbloem zit vol met ijzer, calcium en koper. Dit plantje activeert de lever en de nieren en reinigt het bloed. Deze bloem groeit in de lente vaak overal in de paardenweide en is een gezonde aanvulling.

    1. Meidoorn: Meidoorn is een stekelige struik, maar de blaadjes vinden paarden erg lekker. De struik ondersteunt het hart en heeft een positieve invloed op de bloeddruk. Meidoorn is daarom ook geschikt om als afrastering te gebruiken rondom de paardenweide.

    1. Kamille: Kamille heeft een kalmerende werking en kan helpen bij nerveuze paarden. Deze plant kan ook in de berm worden gevonden en groeit vaak op vochtige grond.

    1. Echinacea: Deze bloem ondersteunt en versterkt het immuunsysteem. Daarnaast geeft het een boost aan de darmen. Het kan ter ondersteuning worden gevoerd bij een lage weerstand, bij verkoudheid of een verzwakt afweersysteem.

 

Mijn te dikke paard kan beter helemaal geen suiker meer krijgen

Het belangrijkste is dat je paarden niet op een crash-dieet kunt zetten of opeens heel veel minder kunt gaan voeren. Anders loopt het paard het risico hyperlipemie (bloedvervetting) te krijgen. Een gezond dieet om af te vallen ziet er als volgt uit:

    • Geef laat gesneden hooi (grofstengelig, weinig bladmassa) of hooi gemengd met stro (maximaal eenderde stro) bij voorkeur in een hooinet of ruif in een hoeveelheid van 1 tot 1,2% van het gewenste ideale lichaamsgewicht (normaal: 1.5 %).

    • Geef geen zetmeel- of vetrijk krachtvoer, kies hooguit voor een graanvrij voer met een verlaagd energiegehalte en geconcentreerde vitaminen- en mineralengehaltes, zoals bijvoorbeeld Marstall Faser-Light.

    • Bij voorkeur niet of slechts zeer beperkte tijd op de weide laten grazen.

    • Geef ter aanvulling van de ontbrekende vitaminen en mineralen een supplement dat energie- en zetmeelarm is, zoals de Marstall Force.

    • Geef een supplement met hoogwaardige, essentiële aminozuren om spierafbraak te voorkomen. Het aanvullen van essentiële aminozuren kan eenvoudig door middel van Marstall Amino-Muskel PLUS.

    • Geen of beperkt snoepjes, brood en fruit voeren, of kies voor Marstall Bonus-Light.

    • Regelmatige lichaamsbeweging (dagelijks ongeveer 30 minuten stevige draf) verbetert de insulinegevoeligheid.

    • Als stalstrooisel is houtvezel geschikt (van stro kan het paard nog eten). Zorg wel voor voldoende kleine ruwvoerporties.

    • Ga voor gewichtsverlies van 0,5 tot 1% van het lichaamsgewicht per week. Controleer regelmatig of je nog op de goede weg bent door te wegen of de lichaams-, nek- of borstomtrek te meten (afname van de metingen per week met 1 tot 2 cm).

 

Suiker is slecht voor de tanden van mijn paard

Ook paardentanden kunnen tandbederf krijgen. Tandbederf treedt zowel op aan het kauwvlak als de snijkant. In de gaten kan zich voedsel vastzetten en rotten. Het kan ook leiden tot tandbederf op de tandwortels. Wat leidt tot dit probleem, is niet helemaal duidelijk. Het zijn niet alleen suikers, melasse en fruit die verantwoordelijk zijn.

Preventief kunnen melasse-vrije voeders worden gevoerd. Dit zijn bijvoorbeeld voor:

Bij paarden met tandbederf adviseren we niet alleen melasse-, maar ook graanvrije voeders. Vermijd ook fruit en brood.

 

Ieder paard heeft een andere suikerbehoefte

Ieder paard heeft zijn eigen energiebehoefte. Dit hangt af van het ras, de leeftijd en de hoeveelheid arbeid die het moet verrichten. Energie kan een paard halen uit koolhydraten (waaronder suikers), vetten en eiwitten. Uit eiwitten eigenlijk liever niet, omdat we deze liever benutten voor spieropbouw en onderhoud. Waar het om gaat is dat de energiebalans in evenwicht is, dus dat het paard niet meer energie binnenkrijgt dan het nodig heeft. Dat een deel van deze energie opgenomen wordt in de vorm van suiker en zetmeel is niet erg. Suiker (glucose) is essentieel voor voor de energievoorziening van de lichaamscellen. Een paard kan suiker maar zeer beperkt opslaan in de vorm van glycogeen, een overschot aan suiker zal door het lichaam omgezet worden en opgeslagen in de vorm van vet. Een structurele overbelasting van dit systeem, door het overmatig voeren van suiker kan ertoe leiden, dat het lichaam minder gevoelig wordt voor het hormoon insuline en daardoor de bloedsuikerspiegel niet meer  goed kan reguleren, met alle gevolgen van dien.

Ieder paard is anders, dus zal ook anders gevoerd dienen te worden. Er zijn echter wel een paar vuistregels voor de voerbehoefte:

  • Vezels: 1,5kg ruwvoer per 100kg lichaamsgewicht per dag

  • Eiwitten: 500 gram eiwit per dag

  • Vetten en olie: 100-200ml per dag

  • Koolhydraten (o.a. suikers): 2 gram suiker en zetmeel per kg LG per maaltijd

  • Vitaminen en mineralen: Basisbehoefte per kg LG per dag:

Biotine 10 – 20 ug Mangaan 10 – 20 ug
Calcium 0,052 gr Natrium 0,052 gr
Fosfor 0,037 gr Selenium 0,037 gr
IJzer 0,8 mg Vitamine A 0,8 mg
Jodium 0,007 mg Vitamine B1 0,007 mg
Kalium 0,065 gr Vitamine B2 0,065 gr
Kobalt 0,001 mg Vitamine D3 0,001 mg
Koper 0,2 mg Vitamine E 0,2 mg
Lysine 0,054 gr Zink 0,054 gr
Magnesium 0,015 gr Zwavel 0,015 gr

 

Bovenstaande geldt als een hele algemene vuistregel voor een standaard paard, met een normaal gewicht en geen aandoeningen. Maar zoals iedere paardenliefhebber weet… geen enkel paard is standaard.

Het is daarom altijd mogelijk om bij ons een gratis en vrijblijvend voedingsadvies aan te vragen!

 

Er zit altijd evenveel suiker in gras

Er zijn variaties in suikerniveaus, zowel dagelijkse, seizoensgebonden, maar ook regionale verschillen.

Het suikergehalte in gras is in het voorjaar het hoogst, wanneer het gras het hardste groeit. Maar ook in het najaar kan door regen flinke groei plaatsvinden. Dit is echter minder drastisch dan in het voorjaar.

Het veiligste moment van de dag om te beweiden is normaal gesproken vroeg in de ochtend. Geadviseerd wordt om ‘risico’ paarden vroeg in de ochtend te beweiden, bijvoorbeeld tussen 5:00 en 10:00 uur. Paarden die gevoelig zijn voor suikers kunnen ’s middags veel gevaar lopen.

Een uitzondering hierop is tijdens nachten met stressfactoren voor de plant. Als het ’s nachts koud is, kan het gras niet veel groeien. Na een nacht met vorst kan de suikerniveau nog steeds hoog zijn, omdat de geproduceerde suikers niet verbruikt worden. In een stresssituatie, zoals droogte, extreme hitte, of nachtvorst kunnen de suikers die geproduceerd worden niet omgezet worden in vezels voor groei en blijven de suikergehalte in de plant relatief hoog. Dan bevat het gras in de ochtend nog veel suikers en zou ’s middags beweiden minder risico geven.

Paardeneigenaren moeten het weidemanagement dus baseren op basis van het weer en de grasgroei. In perioden waarin de plant in de groei wordt belemmerd is extra aandacht gewenst, bijvoorbeeld droogte door hitte en te weinig water of te lage temperaturen zoals nachtvorst.

Sommige grassen geven meer problemen dan anderen, en dit kan sterk variëren. Gras kan helaas niet getest worden op het niveau suiker, omdat dit afhangt van de tijd van de dag dat het monster wordt genomen.

Deel dit artikel