Afhankelijk van de regio, het klimaat en de regenval worden maximaal 6 snedes per jaar gemaakt voor koeien. Paardenhooi maakt men vaak alleen van een eerste en tweede snede.
De eerste oogst (maaien in mei/begin juni) is de oogst met de meeste opbrengst. Het aandeel stengels is relatief hoog, de bladmassa minder. Omdat eiwitten en mineralen vooral in het jonge plantmateriaal en in de bladeren zitten, is dit hierin minder aanwezig.
De tweede oogst (juni/juli) bevat meer kruiden. De bladmassa is hoger en het stengelaandeel veel minder en fijner. Daarom is deze meer eiwitrijk met hogere gehaltes aan mineralen. De tweede oogst is vooral geschikt voor veulens, drachtige of zogende fokmerries en oudere paarden.