Dierenartsen stellen dat ca. 70% van de aandoeningen bij paarden direct of indirect veroorzaakt worden door verkeerd voeren. Dit terwijl iedere paardenhouder graag het beste voor zijn/haar paard wil. Maar wat gaat er dan veelal mis in het rantsoen van een paard?
- Te weinig en/of slechte kwaliteit ruwvoer
- Wegen = weten
- Weeg de hoeveelheid ruwvoer die je aan je paard geeft. Alleen dan weet je precies hoeveel je paard krijgt en of het voldoende vezels binnen krijgt om de spijsvertering gezond te houden.
- Altijd kwaliteit
- Bekijk, ruik en voel het ruwvoer dat je geeft. Vertrouw je het toch niet? Laat dan een ruwvoeranalyse uitvoeren, zodat je weet wat je voert en eventuele tekorten kan aanvullen.
- Drie keer daags voeren
- Geef je paard minimaal 3 keer per dag ruwvoer, zodat een paard nooit te lang zonder voer staat.
- Teveel aanvullingen/extra’s
Je wilt goed zorgen voor je paard, dus geef je hem voldoende te eten. Maar vaak zie je dat een paard teveel voer krijgt. Naast krachtvoer nog wat extraatjes, zoals brokken of muesli. Zoveel heeft je paard helemaal niet nodig! Drie kilo krachtvoer volstaat voor paarden die stevig moeten presteren. Voor paarden die lichte arbeid verrichten, is naast voldoende ruwvoer alleen een kleine aanvulling met vitaminen en mineralen nodig.
- Te snelle overgangen
Een wisselend rantsoen geeft je paard problemen met de spijsvertering. Een constant rantsoen is het beste voor je paard. Let op in het voorjaar. Je paard gaat uit de stal, in de wei. Wil je problemen voorkomen, laat je paard dan langzaam wennen aan het nieuwe weiderantsoen. Bijvoorbeeld door elke dag een uurtje langer te beweiden.